Selecteer een pagina

Tik tik tegen de tent. Drie paar nieuwsgierige oogjes kijken me aan. “Is Lena er? Ze moet meedoen met de speurtocht!” Het is inmiddels half tien ’s avonds en met veel moeite kregen we Lena een kwartiertje geleden haar bed in en daar wil ik haar de komende 10 uur graag houden. Dus vriendelijk bonjour ik de campingvriendjes de tent uit: “Morgen komt Lena weer met jullie spelen.”

Stiekem ben ik natuurlijk hartstikke trots. Mijn dochter, pas twee jaar oud, verzamelde binnen enkele dagen een flinke vriendengroep op de camping. Favoriet zijn Teun (5), Wiep (4) en Mila (7). Ze ‘wonen’ twee tenten verderop en zijn sinds een week dikke maatjes. Lena vindt zichzelf ook 4 en loopt dus vrolijk mee met de rest, de hele camping over. Zonder om te kijken loopt ze de grote trap af, naar de speeltuin of de trampoline. Twee jaar!!

Ik had me voorgesteld dat we deze vakantie weken lang onafscheidelijk waren met z’n drieën. In mijn gedachten speelde Lena de hele dag in haar badje voor de tent, op één meter afstand van Peter en mij. Ze zou stevig mijn hand vasthouden als we naar de speeltuin liepen en hard achter me aan rennen als ik terug naar de tent ging. Maar niets bleek minder waar.

Maar natuurlijk geniet ik ervan. Lena is hier op de camping helemaal in haar element. Vrijheid is haar lijfspreuk (genetisch bepaald, vraag haar vader maar;) en hier is het weken niets anders dan dat. Alle ruimte om te gaan waar ze wil. Een speeltuin, zwembad, trampoline en natuurlijk die groep met vriendjes. Ze heeft papa of mij niet per se nodig om zich op haar gemak te voelen. Het is mooi om te zien, dat ze vindt dat ze er mag wezen en dus mee mag doen met de andere kinderen, hoe oud zij ook zijn. Een groot goed, voor de rest van haar leven.

Dus kijk ik van een afstandje toe hoe mijn dochter van 2 geniet van haar vrijheid. Hoe ze honderden zandtaartjes maakt, uren geduwd wordt op de schommel door 2 lieve meisjes van 8 en hoe ze emmers zand van de glijbaan afduwt (tja, ze bedenken van alles). En soms gaat het even mis. Dan valt ze haar zoveelste blauwe plek. Dikke tranen en een keihard ‘Mama!!!’ Gelukkig… we zijn nog niet helemaal onmisbaar.